Spoedcursus etiketten lezen in de supermarkt
Je herkent het vast.. je hebt je voorgenomen deze week alleen maar gezonde boodschappen te doen. Maar wat koop je dan? Je hebt misschien ooit weleens ergens gelezen dat er veel misleidende termen worden gebruikt op verpakkingen, maar je hebt je hier eigenlijk nog nooit zo in verdiept. Je koopt dan toch maar de fris uitziende verpakkingen met vers fruit of de marketingkreten zoals ‘zonder toegevoegde suikers’ of gaat voor de ‘aardbeien’ of ‘frambozen’ yoghurt. Maar hoe weet je dat er dan ook echt geen suikers aan zijn toegevoegd? Of dat er ook échte aardbeien of frambozen in jouw yoghurt zitten? Ik ga het je uitleggen zodat jij je voortaan niet meer laat misleiden in de supermarkt!
Les 1: Kijk naar het etiket en niet naar de voorkant van de verpakking
Goed om te weten is dat fabrikanten verplicht zijn te vermelden welke ingrediënten er in hun producten zit en wat er aan is toegevoegd. Dit is ook vastgelegd door de Nederlandse Warenwet en is dus een betere leidraad dan alle commerciële kreten op de voorkant van de verpakking.
Les 2: Ga voor een zo kort mogelijke ingrediëntenlijst
Hoe langer de ingrediëntenlijst, hoe meer toevoegingen en dus des te meer ‘troep’ eraan toegevoegd kan worden. Ga voor producten met een zo kort mogelijke ingrediëntenlijst.
Les 3: hoeveelheid in volgorde van groot naar klein
De voedingsstof die als eerst wordt genoemd, daarvan zit het meeste in het betreffende product. Staat bijvoorbeeld fructose (ook wel suiker) bovenaan? Dan heb je een suikerbommetje te pakken. Een pompoensoep waarbij je het woord pompoen moet zoeken op de achterkant? Dan zou ik ‘m lekker zelf maken!
Les 4: Toegevoegde suikers
Wanneer je niet meteen het woord ‘suiker’ op de verpakking ziet staan, betekent dat zeker niet dat er geen toegevoegde suikers inzitten. Er worden namelijk vaak zoetstoffen aan het product toegevoegd om de zoete smaak na te bootsen. Daarnaast heeft suiker ook vele andere benamingen, komt ‘ie: glucose, maltose, dextrose, fructose, ahornsiroop, fructosestroop, geleisuiker, dadelstroop, glucosestroop, druivensuiker, maltodextrine, honing, kandij, melasse stroop, rietsuiker, sacharose, karamel, diksap. Nog even doorgaan? :-D De zoetstoffen kunnen voorkomen onder de volgende benamingen: acesulefaam-k, aspartaam, cyclamaten, maltitol, sorbitol, splenda, slucralose.
Les 5: E-nummers
E-nummer zijn door de Europese Unie goedgekeurde hulpstoffen. Het zijn toevoegingen zonder voedingswaarde. Ze kunnen worden toegevoegd aan een product, om bijvoorbeeld de smaak, kleur of houdbaarheid te verbeteren. E-nummers kunnen worden gemaakt met stoffen uit de natuur (planten, bomen en stenen), maar kunnen ook een dierlijke oorsprong hebben. Zo kan bij toepassing van de oranje kleurstof E161g gelatine gebruikt worden, kan de emulgator en stabilisator E483 gemaakt worden met vet van varkens en komt de rode kleurstof E120 van schildluizen. Sommige E-nummers kunnen daarom niet geschikt zijn voor veganisten, vegetariërs en sommige religies. Ook kunnen ze kunstmatig in de fabriek worden gemaakt.
De E-nummers worden onderverdeeld in groepen:
E100 – E199 zijn kleurstoffen
E200 – E337 zijn conserveermiddelen en voedingszuren
E337 – E399 zijn anti-oxidanten
E400 – E499 zijn emulgatoren, stabilisatoren, verdikkingsmiddelen en geleermiddelen
E500 – E599 zijn zuurteregelaars, anti-klontermiddelen en rijsmiddelen
E600 – E 699 zijn smaakversterkers
E900 – E1520 zijn hulpmiddelen en zoetstoffen
Les 6: gebruik vooral je gezonde ‘boeren verstand’
Kies voor zoveel mogelijk producten die uit de natuur komen en zo min mogelijk voor pakjes, zakjes en potjes. Laat je niet misleiden door mooie verpakkingen en marketingkreten. Het is doorgaans zo dat hoe minder het product gepromoot wordt, hoe puurder het product. Kies voor producten met een korte ingrediëntenlijst, dan zit je meestal goed.
Vanaf nu hoef jij je dus niet meer te laten verleiden in de supermarkt.
Heb je hier nog vragen over? Stuur mij gerust een berichtje!